G
[Intro 2 (Mandoline)]
GGGG
[Verse 1]
GGCG
Deze zee, die ik zo vaak bevaren heb, zee van tranen, liefde, zee van overvloed en eb;
DEmCGDG
deze zee, is mij zo vaak te hoog gegaan maar wat zij deed, ik kon haar nooit weerstaan.
[Verse 2]
GGCG
Ieder licht, dat mij dichtbij de haven bracht, bleek een schip, passerend in de koude donkere nacht,
DEmCGDG
in de ochtend, hees ik dan mijn zeilen weer, deze zee werd mooier elke keer.
[Chorus]
CG
Hoe vaak vond ik niet aan land vaste waarde vaste grond,
CG
likte zij niet het zout, van mijn ogen en mijn mond.
DEmC
Hoe vaak dacht ik niet, dat de aarde mij veranderen kon,
G D (let ring)
terwijl ik droomde van een blauwe horizon.
[Verse 3]
GGCG
Deze zee, hoe vaak heb ik haar niet vervloekt; zij is anders, dan datgeen waar iedereen naar zoekt,
DEmCGDG
maar op haar golven, ben ik altijd dichtbij mij, deze zee, deze zee, ben jij!
[Chorus]
CG
Hoe vaak vond ik niet aan land vaste waarde vaste grond,
CG
likte zij niet het zout, van mijn ogen en mijn mond.
DEmC
Hoe vaak dacht ik niet, dat de aarde mij veranderen kon,
G D (let ring)
terwijl ik droomde van een blauwe horizon.
[Interlude in Key Change Capo 5]
CCGGCCGGDDEmCGDGG
[End-Chorus]
CG
Hoe vaak vond ik niet aan land vaste waarde vaste grond,
CG
likte zij niet het zout, van mijn ogen en mijn mond.
DEmC
Deze zee daarvan ik alleen de diepte ken,
GD
weet dat ik voorgoed haar zeeman ben;
CD7G
deze zee die leeft in mij, dat ben jij!