G        G
G        G  C       G        G
G        G  D       G        G

[Verse 1]
G                     C                            G            G
Vogels die komen weer terug want 't wordt zomer in Nederland,
   G                           C                          G              G
de wind speelt een spel met de wolken, de zon kijkt op 't Noordzeestrand.
    D                        D                    G           G
Een lachend gezicht maar een ijsco zit klem in 'n kinderhand,
       D                     D                    G           G
bij 'n haringkraam kijken de mensen omhoog, zo is Nederland.

[Chorus]
          G       C     G               G           G   D
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar afgebeld.
             G          C     G                G      G D        G        G
Kijk naar de hemel, hij is zo blauw, oh, warme zomer,   kom maar gauw.

[Verse 2]
G                         C                     G                G
Moe van 't niets doen, te lang in de zon en nog net niet verbrand,
G                     C                      G              G
vissen die spelen een spel met de visser aan de waterkant.
    D                        D                          G           G
Een hoofd ligt bedekt op het strand voor de zon met een ochtendkrant;
        D                         D                      G           G
"'t Zal morgen wel regenen" is de slagzin vandaag, zo is Nederland.

[Chorus]
          G       C     G               G           G   D
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar afgebeld.
             G          C     G                G      G D        G        G
Kijk naar de hemel, hij is zo blauw, oh, warme zomer,   kom maar gauw.

[Verse 3]
    G                          C                       G                 G
Een vliegtuig vertrekt met een groep witte mensen naar een heel ver land,
    G                       C                         G              G
een oma leert, laat in haar leven, nog zwemmen in een autobinnenband.
   D                              D                          G                  G
Er loopt een meisje van 18 aan 't eind van haar jeugd in een jurk van dunne kant
   D                    D                    G                G
en iedereen wedt dat 't morgen weer koud is,   zo is Nederland.

[Chorus]
          G       C     G               G           G   D
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar afgebeld.
             G          C     G                G      G D        G        G
Kijk naar de hemel, hij is zo blauw, oh, warme zomer,   kom maar gauw.

[End-Chorus]
          G       C     G               G           G   D
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar afgebeld.
             G          C     G                G      G D        G        G
Kijk naar de hemel, hij is zo blauw, oh, warme zomer,   kom maar gauw,
          G      G D        G
oh, warme zomer,   kom maar gauw.