G                  G
Wij zijn dol op de bossen
                D
Daar kunnen we hossen
                 G        D
Daar kunnen we klossen.
 G                  G
Wij zijn dol op de heide
       A                 D
Op de weide en op de natuur.
      C                           G
Geef ons de frisse weide want je kunt er
                                  D
Zo genieten zonder, ha, heerlijk Hunter.
     G
Wij willen geen nicotine
     C
Wij willen de mandoline
        D                               D
Van je pingele pingele pingele pingele pong.
 D                D
Picknicken is zo fijn
 D                   D
Niks pikken voor de lijn
 D                          D
Dat mag voor ons overbodig zijn.


[Chorus]
G                    D
Jo met de banjo, en Lien met de mandoline
                          G
Kaatje met 'r mondharmonikaatje
  G
Truitje met 'r luitje, je moet dat cluppie zien
 C          G
Dol op een man, dol op een man
            D               G
We zijn zo dol op een mandoline.


[Verse 2]
 G                G
Wij zijn zonnige zussen
                  D
Wij zijn niet te kussen
                  G        D
Wij zijn niet te kussen.
 G           G
Dat is onhygiënisch
      A                 D
Onhygiënisch - in de natuur.
     C                         G
Wij zijn 't C.B.H. der slakkenhuizen
                                 D
Wij zijn dol op hagedis en waterluizen.
      G
Geen Kareltje en geen Wimpies
     C
We stappen in onze gympies
        D                           D
Van je pingelepingelepingelepingelepong.
 D                D
Bij ons is alles puur
 D                D
Wij hebben nog figuur
 D                            D
Wij zijn een stuk ongerept natuur


[Chorus]
G                    D
Jo met de banjo, en Lien met de mandoline
                          G
Kaatje met 'r mondharmonikaatje
  G
Truitje met 'r luitje, je moet dat cluppie zien
 C          G
Dol op een man, dol op een man
            D               G
We zijn zo dol op een mandoline.


[Verse 3]
 G                  G
Wij zijn dol op de merels
                D
We motten geen kerels
                G       D
We motten geen kerels.
 G                 G
Wij beschermen de diertjes
                 A                 D
De miertjes, de piertjes, in de natuur.
     C                                G
Wij gaan soms veertien dagen lang kamperen
                              D
Zonder hi, zonder ha, zonder heren.
     G
Wij willen geen limousine
     C
Wij willen de mandoline
        D                           D
Van je pingelepingelepingelepingelepong.
 D                   D
Het klinkt aan alle kant
 D                    D
Wanneer 't zonnetje brand
 D                           D
Wij zijn de ronden van Nederland.


[Chorus]
G                    D
Jo met de banjo, en Lien met de mandoline
                          G
Kaatje met 'r mondharmonikaatje
  G
Truitje met 'r luitje, je moet dat cluppie zien
 C          G
Dol op een man, dol op een man
            D               G
We zijn zo dol op een mandoline.