E E A E E A [Verse 1] E A Geef de reiziger een stoel, geef hem brood en droge kleren, laat hem zitten bij de haard. E Esus4 Hij is overal geweest, hij die alles heeft verloren, hij die nooit iets heeft bewaard. A Haal flessen uit de kelder en haal muziek in huis. D A E E E A Laat iedereen het horen: de reiziger is thuis. [Verse 2] E A Geef de reiziger het woord, laat de reiziger vertellen. Maar hij schudt zijn hoofd en wacht. E Esus4 Hij heeft overal gezocht, hij heeft nergens iets gevonden en hij heeft niets meegebracht. A Hij zegt: ik ben veranderd, ik ben hier niet meer thuis. D A E E E A Maar laat de kinderen komen, de kinderen van dit huis. [Chorus] D A A E A E E Laat de kinderen komen, laat de kinderen komen, ik heb aan ze gedacht. D A A E A Asus4 Ze zullen mij niet kennen en ze zullen mij niets vragen. Ze hebben niets verwacht. [Interlude] B B A B B A [Bridge] B A E En niemand zal begrijpen wat ik doen kom in dit huis. B A Asus4 Asus4 Maar de kinderen zullen zeggen: de reiziger is thuis. [Solo Violin] E G D A X8 E E A [Verse 3] E A Geef de reiziger een stoel, geef hem brood en droge kleren, laat hem zitten bij de haard. E Esus4 Hij is overal geweest, hij die alles heeft verloren, hij die nooit iets heeft bewaard. A Haal flessen uit de kelder en haal muziek in huis. D A E En laat de kinderen komen, de kinderen van dit huis. [Outro] E A X3 E A E