C Hé, kleine schoorsteenveger, je gezicht is nat van verdriet. C G Wie heeft je in de kou gezet? [Part 2] C Hé, kleine schoorsteenveger, zijn je papa en je mama d’r niet? E E7 Die zitten in de kerk en knielen voor het gebed. [Interlude] Am x4 [Part 3] Am Omdat ik best tevreden was al hadden we het niet rijk C G en ijzige kou me niet kon deren, [Part 4] Dm Dm/C Dm/B G7 kleedden ze me in zwarte dodenkleren C G G G en leerden ze me het lied van ongelijk. [Part 5] C En omdat ik blij ben en ik zing altijd onder het werk C G dachten ze dat ze geen onrecht begingen. [Part 6] C G7 C Prijzen God en de dominee en de koning in iedere kerk, G die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen, G die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen, G die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen, G die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen, G die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen, G C die ook zo handig zijn in het goedpraten van dingen.