C De nacht is eindeloos lang, de weg is een grot met groene druipsteenbomen. C D Ik spaar de wind die ik vang om te fluiten, ik spot met al mijn zielige dromen. G C D Mijn wagen rijdt verder als een pompoen, de prins is vanavond op pad. G Bm C D Hij heeft zijn sokken vol gaten en één glazen schoen en zijn laarzen geleend aan de kat. C G Am Am Am En onder de motorkap suizen in een tredmolen zes witte muizen. [Chorus] Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Cinderella... Vergeet de eieren niet. Am C G D Cinderella... Anderhalf ons cervelaatworst. Am C G D Cinderella... Kreeft met gebakken fruit. Am C G D Cinderella... Alweer haaievinnensoep. G D G D C Aaaahhhhh ... [Verse 2] C En daar rijdt voor mij een man met zijn hoofd in zijn hoed die werkelijk niet kan rijden. C D Ik wed dat ik het wel kan, ik kan het dubbel zo goed, ik zal hem zo dadelijk snijden. G C D De vuurtorenwachter daalt af naar het strand, zijn dochter zinkt in haar boom. G Bm C D De leeuwen regeren met ijzeren hand. Ik verberg mijn gezicht in mijn droom. C G Am Am Am Ik voel me onzeker van binnen. Het is tijd om een list te verzinnen. [Chorus] Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Cinderella... Bed opmaken. Am C G D Cinderella... Schone lakens. Am C G D Cinderella... Gordijnen dicht. Am C G D Cinderella... Licht uit. G D G D C Aaaahhhhh ... [Verse 3] C C D G C D En boven de bossen verrijst het kasteel veroverd door Reinaert de Vos. G Bm C D Speculaas met zijn knecht op het dak van kaneel gooit de grendels van suikergoed los. C G Am Am Am Dan duik ik meteen in de veren om de poele het pielen te leren. [End-Chorus] Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Aaaahhhhh ... Am C G D Cinderella... Ja. Am C G D Cinderella... Oeh. Am C G D Cinderella... Fijn, glitter. Am C G D Cinderella... Hoepla. Am C G D Cinderella... Gezellig. Am C G D Cinderella. Cinderella. Am C G D Repeat ad libitum