C     D

[Chorus]
   G                                     D7                G
Louise, zit niet op je nagels te bijten, bah, wat vies, Louise.
   G                                             D7                G
Je zult met dat bijten je vingertjes verslijten, bah, wat vies, Louise.
            C                    G
Hou met dat bijten op anders heb je een strop,
          A7                        D7   N.C.
je kleine vingertjes zijn toch geen lollies, lieve pop.
   G                                     D7                G
Louise, zit niet op je nagels te bijten, bah, wat vies, Louise.

[Verse 1]
   G                           D7                            G
Louise, was een leuke meid van nauw'lijks achttien (twintig) jaar;
    G                              A7             D7
zij was een petit peu nerveus maar dat was geen bezwaar.
     D7                              D7
Maar zij beet op haar nageltjes, dat vond haar ma een straf
   A7                                                D7
en telkens als zij weer begon riep mamma: blijf toch af.

[End-Chorus]
   G                                     D7                G
Louise, zit niet op je nagels te bijten, bah, wat vies, Louise.
   G                                             D7                G
Je zult met dat bijten je vingertjes verslijten, bah, wat vies, Louise.
            C                    G
Hou met dat bijten op anders heb je een strop,
          A7                        D7   N.C.
je kleine vingertjes zijn toch geen lollies, lieve pop.
   G                                     D7                G        G
Louise, zit niet op je nagels te bijten, bah, wat vies, Louise.


[Verse 2 (Additional Lyrics)]
    G                                D7            G
Men heeft toen al haar nageltjes met mosterd vol gesmeerd,
     G                                  A7           D7
maar zij heeft door die mosterdkuur het nog niet afgeleerd.
    D7                           D7
Zij slikt er al de mosterd af en smult nog eens zo fijn
   A7                                            D7
alsof haar kleine vingertjes van vleescroquetjes zijn.

[Verse 3 (Additional Lyrics)]
    G                               D7           G
Men heeft het toen met nagellak een keertje geprobeerd,
     G                                     A7       D7
maar zij had lak aan 't lak en 't lak toen opgeconsumeerd.
    D7                                   D7
Men doopt' haar vingers in d'azijn, toen schreeuwde zij vol vuur:
    A7                                           D7
het smaakt me net zo lekker als augurkjes in het zuur.

[Verse 4 (Additional Lyrics)]
     G                                       D7           G
Haar moeder sprak: "dat bijten, schat, heeft m'n gemoed bezwaard,
    G                          A7                 D7
een meisje zonder nageltjes is voor een man niets waard.
     D7                            D7
Want als jij later trouwen gaat en manlief valt je aan,
    A7                                           D7
hoe moet jij dan dat monster zonder nageltjes verslaan?

[Verse 5 (Additional Lyrics)]
   G                           D7         G
Louise kreeg verkering met een leuke jongeman,
     G                              A7                  D7
haar nageltjes zijn aangegroeid, je merkt er niets meer van.
   D7                                    D7
En als je vraagt: "hoe komt dat nu", dan antwoordt ze vol pret:
     A7                               D7
mijn jongen houdt mijn handen vast en steeds mijn mond bezet.