G He soms roep ik mijn ikken bij elkaar, G Am ik heb inmiddels al een aardig reservoir Am Als ik dan vraag: hé welke ik is eigenlijk waar? Am G Roept het hardste 'Ik', mijn ik van 20 jaar. [Verse 2] C D mijn ik van 20, die denkt in uitroeptekens C D in zwart en wit dwars tegen alles in C Em hij vindt gematigd en voorzichtig zijn, water bij de wijn C D Hij wil alles of niks en niks er tussen in [Verse 3] G Hij vind 30-'ers maar burgerlijke zakken G Am liever langharig dan kortzichtig weet je wel Am So what hij is te vies om beet te pakken Am G Hij zit ten minste een stuk relaxter in zijn vel [Bridge] C D en later is voor hem allang begonnen C D hij heeft genoeg aan een akoestische gitaar C Em en dat later zal er trouwens later anders uitzien C D voor “the times are changing” reken maar [Verse 4] G kijk daar zit ie op een kamer met zijn vrienden G Am hij heeft die middag alle platenzaken afgezocht Am en voor het geld wat ie op zaterdag verdient heeft Am G de nieuwste van Bob Dylan net gekocht [Verse 5] C D kijk ze drinken en ze praten over vriendschap C D die zal voor eeuwig zijn een ever lasting song C Em ze blijven altijd bij elkaar, zeker weten reken maar C D en Bob Dylan zingt: may you stay for ever Young C G en Dylan zingt: may you stay for ever Young [Outro] Am een rugzak vol met idealen, dat is mijn ik van 20 jaar Am G C G dat wordt later bakzeil halen, want die zak is veel te zwaar