A  E  D  E
A  E  D  E
(Fluitend)
A  D  E  A
A  D  E  A
A  D  E  A
A  D  E  A


[Verse 1]
D
Langs de straten danst er een deuntje,
                 A
En ik blijf even staan,
A7
Waar komt toch dat aardige deuntje,
                 D
Wel zo ineens vandaan?


[Verse 2]
    G            D
Het speelt in de bomen,
A7            D
Dartelt in de wind,
    G            D
Het is niet te tomen,
    E                  A
Het wordt al gauw mijn vriend.


[Interlude]
(Fluitend)
A  D  E  A
A  D  E  A
   A       D       E       A
Tralala, lalala, lala, lalala,
   A       D       E       A
Tralala, lalala, lala, lalala,
A  D  E  A
A  D  E  A


[Verse 3]
D
Langs de straten danst er een deuntje,
                         A
Het klinkt voor groot en klein,
A7
Oh, wat kan zo'n eenvoudig deuntje,
                  D
Al gauw onmisbaar zijn.


[Verse 4]
    G           D
Het klopt op de ruiten,
A7                  D
Vraagt: "Laat mij erin!",
   G          D
Ik kan het zo fluiten,
    E               A
Het stemt me goed gezind.


[Verse 5]
D
Langs de straten zweeft er een deuntje,
                  A
Het volgt mij overal,
A7
En ik hoop dat dit aardig deuntje,
                           D
Steeds mijn vriend blijven zal.


[Outro]
   A       D       E       A
Tralala, lalala, lala, lalala,
   A       D       E       A
Tralala, lalala, lala, lalala,
(Fluitend)
A  D  E  A
A  D  E  A
A  D  E  A
A