Gespuis, riep Don Giovanni hees Gespuis, en weer: gespuis Toen werd hij chronisch zenuwpees En moest naar een tehuis Misschien was hij altijd al gek Maar wist het zelf nog niet Men vond hem, met zijn grote bek Een kwal, een stuk verdriet Voordat Don werd eingesperrt Was hij een machtig man Hoewel hij door de meesten werd Gezien als een tiran Die gierig was, brutaal en wreed Een man vol achterdocht Die hardop boerde, vloekte, scheet Geen mens die hem graag mocht Nee, echt een onbeschofte klier En altijd maar geschreeuw Van klootzak daar en kutwijf hier Het leek wel Paul de Leeuw Kijk, Don Giovanni was gewoon In wezen een proleet Hij was getrouwd en had een zoon Die iets in mode deed Zijn echtgenote was zo'n typ Waar hij de pest aan had Die altijd op sandalen liep En vegetarisch at En hij wou vlees, zo veel hij kon Niet enkel in zijn mond Verkoopster, huisvrouw, hoer of non Hij greep ze bij hun kont Niemand die protesteren zou Omdat men dat niet dorst Van maagd tot middelbare vrouw Hij reeg ze aan zijn worst Ja, sorry, 't klinkt een beetje cru Maar 't was maniakaal In toga, trouwjurk of tutu Hij nam ze allemaal De zoon, succesvol in zijn vak Vernam zo af en toe Van klanten wat die geile zak Met wie deed, wat en hoe Dat hij hen dwong, getrouwd of niet Hij kreeg altijd zijn zin Beet in hun bil of in hun tiet En dan TARA: erin! De zoon - Etien - schaamde zich blind Zijn klanten waren vrouw! Zo elegant, zo chique, oh kind! En dan zo'n vader! Nou! En Don Giovanni ging maar door Hij pakte wat hij zag Desnoods een heel bejaardenkoor Hij kon de hele dag Van hoogtepunt naar hoogtepunt Het kon niet schelen wat Als 't moest een schaap, een paard, een rund Echt alles met een gat Etien leek hoegenaamd niet op Zijn pa, integendeel Beschaafd, ontwikkeld op en top En homoseksueel Hij hield van kunst en van antiek De hele santenkraam Dus film, ballet, toneel, muziek En hij was monogaam Carlos, zijn vriend, werkte bij hem En had dezelfde smaak Plus een bijzonder hoge stem Een bron van leedvermaak Ooit, toen een nieuwe klant verscheen En Carlos zei: Bonjour Bekeek ze hem van top tot teen En plaste op de vloer Maar goed, hij was Etien zijn maat En eerste assistent Dus raakte men, zoals dat gaat Ook aan die stem gewend Don Giovanni had geen oog Voor 't leven van zijn zoon Hij naaide alles wat bewoog En vond dat heel gewoon Maar op een dag, het was in mei (Zo stond het in God's script) Had Don Giovanni even vrij Hij was net uitgewipt Hij kwam juist uit een weduwvrouw Brutaal door hem verkracht En dacht: als ik mijn zoontje nou Eens een bezoekje bracht Zoals gezegd, het was in mei De lente kwam op gang De koe, de stier, de bloem, de bij Een drukte van belang Etien en Carlos voelden ook De kriebels in hun bloed De zon die scheen, de bloesem rook En ja, wat moet dat moet De hele dag al zei Etien Misschien wel honderd keer: Oh, Carlos, schat, ik ben... ik ben... Zo hitsig als een beer En Carlos (zeer van vlees en bloed) Riep: Lieveling, ik ook! Mijn knuppeltje is als een knoet Een gloeiend hete pook! Ze renden naar het magazijn Vol zijde, wol, katoen En crêpe de Chine, fluweel, satijn Daar gingen ze het doen Etien zei: Carlos, doe het hier Oh liefste, doe het, toe! 't Is lente, dus jij bent de stier En dan ben jij de koe Er vlogen broeken in het rond Een sok, een slip, een hemd Erecties, borst en buik en kont 't Was wild en ongeremd Ze hadden een enorm plezier Oh God, wat was dat fijn Etien was koe, Carlos de stier Op dat moment betrad Don Giovanni 't magazijn Carlos riep juist op dat moment: Ik doe je toch geen pijn? Als jij nou eens mijn dekhengst bent Zal ik jouw merrie zijn Don Giovanni stond perplex Hij hijgde en keek scheel Hij kende maar 1 vorm van seks: Heteroseksueel Zelfs als hij eens een paard beklom Een ezel of een koe Dan was het wel een vrouwtje Godverdomme nog an toe Etien riep: Toe nou, schat, ga door Wees jij nou maar de stier Maar Carlos piepte in zijn oor: Etien, je pa is hier En inderdaad, de Don was daar Keek naar hun blote reet Staarde er drie minuten naar En slaakte toen een kreet Gespuis, riep Don Giovanni hees Gespuis, en weer: gespuis Toen werd hij chronisch zenuwpees En moest naar een tehuis Misschien was hij altijd wel gek En wist het zelf nog niet Men vond hem.... Dit heb je al verteld... Waarom vertel ik dit verhaal Ik weet het niet, meneer Maar goed, het rijmde allemaal Zo zie je dus maar weer