A D A A E A A D A A E A [Verse 1] A D A Je kunt geen ene hond vertrouwen A E Bamboeberen zijn niet lief A D A Met apen is geen huis te houden A E A A D A A E A Roodborstjes zijn agressief [Verse 2] A D A 's Zomers gaan nijlpaarden stinken A E Koeien kijken oliedom A D A En als goudvissen zich bedrinken A E A Gaan ze kotsen in hun kom [Chorus] A D A Jij bevalt m'als huisdier 't meest A E A A D A A E A Jij bent m'n favoriete beest [Verse 3] A D A Geiten vreten aan tapijten A E Gekko's vallen van 't plafond A D A En 't secreet van huisstofmijten A E A Is voor mensen ongezond [Chorus] A D A Jij bevalt m'als huisdier 't meest A E A A D A A E A Jij bent m'n favoriete beest [Bridge] C G D Jij ging meteen op het bakje D G C Je was vanzelf zindelijk C A D Van af de eerste dag al sprak je D E Vrolijk, vlot en vriendelijk [Verse 4] A D A Pruimekopparkieten krijsen A E Zwarte weduwen zijn stout A D A Witwangbuulbulen vereisen A E A Vreselijk veel onderhoud [Outro] A D A Jij bevalt m'als huisdier 't meest A E A Jij bent m'n favoriete beest A D A Jij bevalt m'als huisdier 't meest A E A Jij bent m'n favoriete beest A