A A E A Eén is God alleen, twee is het allereerste mensenpaar. A A E A Drie is de Vader, de Zoon en de Geest, vier de seizoenen van het jaar. D A E A Vijf zijn de broden die de Heer verdeelde, zes stenen vaten waarin water werd tot wijn. D A B7 E Zeven dagen om de Heer te danken, 'k ben zo blij dat ik zijn kind mag zijn. [Verse 2] A A E A Eén is God alleen, twee stenen tafelen die Hij Mozes gaf. A A E A Drie zijn de vaderen van Israël, vier dat is vijf met één eraf. D A E A Vijf gladde stenen in de hand van David, zes zijn de dagen waarin God de wereld schiep. D A D** E** A*** Zeven de rustdag die Hij gaf voor iedereen en één is God alleen.